Rhinopneumonie bij paarden

Menig ruiter kent het gevreesde virus Rhinopneumonie bij paarden. Maar wat voor ziekte is Rhino, wat zijn de symptomen en wat is de behandeling. In dit nieuwsitem wordt alles op een rijtje gezet. Aanleiding is de doorbraak van het virus begin februari op een Manege te Alken.

Wat is Rhinopneumonie
Rhino is een overdraaglijk virus dat tot de herpesvirus familie behoort. Er zijn twee varianten op het virus: EHV1 en EHV4. De EHV4 variant komt vooral bij jonge paarden voor en veroorzaken verkoudheidssymptomen.
EHV1 is de gevaarlijkste variant, dit is de neurologische vorm en is vaak de oorzaak van een spontane abortus laat in de dracht.
Rhino is een een virus dat sterk verspreid is onder paarden, in België zouden maar liefst 60% van de paarden drager van het virus zijn. Dit komt doordat Rhino de eigenschap heeft om na een infectie aanwezig te blijven in het lichaam van een paard. Een paard dat drager is van het virus heeft niet noodzakelijk waarneembare symptomen, ook niet bij een nieuwe uitbraak.

Symptomen en behandeling
De EHV4 variant komt zoals eerder vernoemd vooral voor bij jonge paarden. Het veroorzaakt verkoudheidssymptomen: koorts, neusuitvloeiingen, hoesten maar de paarden genezen doorgaans snel.
De EHV1 variant daarentegen veroorzaakt ademhalingsstoornissen, zenuwstoornissen en bij drachtige merrie’s spontane abortus. De paarden krijgen vaak als eerste symptomen een slappe staart, ataxie en later verlammingsverschijnselen meestal in de achterbenen en in de ernstigste gevallen ook in de voorbenen. Helaas is er geen behandeling mogelijk voor paarden met zenuwstoornissen enkel ondersteunende maatregelen. Er moet gezorgd worden dat de paarden genoeg vocht en voedsel binnen krijgt. Door de verlammingsverschijnselen kan er blaasverlamming ontstaan en kan een blaaskatherisatie nodig zijn. Een paard met milde neurologische verschijnselen kan volledig of gedeeltelijk herstellen, helaas zal er ook vaak de beslissing moeten genomen worden om het paard te laten inslapen.
Bij spontane abortus door het virus moet men opletten het veulen, vruchtwater en de vruchtvliezen zijn zwaar besmet door het virus.

Verspreiding
Rhino kan verspreid worden door direct en indirect contact tussen paarden. Via de mens, door middel van de kledij en handen, en stalmateriaal kan het virus overgedragen worden van het ene naar het andere paard. Via de lucht kan het virus maar een korte afstand afleggen. Het virus kan tot 14 dagen na de infectie waargenomen worden.
Wanneer er op een stal een vermoeden is van Rhino is snelle actie noodzakelijk om verdere besmetting tegen te gaan.

Vaccinatie
Het is mogelijk om uw paard te laten vaccineren tegen Rhino, het sluit helaas niet 100% uit dat uw paard besmet wordt. Het zal bij besmetting er wel voor zorgen dat de symptomen minder zijn en er een minder verspreiding is naar andere paarden. Op een paardenbedrijf is het belangrijk dat alle paarden gevaccineerd worden. Bij de eerste keer vaccineren van uw paard moet het tweede vaccin kort na de eerste vaccin volgen, binnen 4 tot 6 weken. Daarna moet het elke 6 maanden herhaald worden.

Wat doet De Hooifabriek
Alle paarden die op De Hooifabriek staan moeten verplicht gevaccineerd worden. De fokmerrie’s, jonge paarden en de sportpaarden die regelmatig op verplaatsing gaan worden apart gestald.
Wanneer in 2013 de fokmerrie Onyx spontaan aborteerde drie maanden voor de uitgerekende datum is het veulen uitgebreid onderzocht. Hier was geen spraken van besmetting met Rhino.

Dit bericht is geplaatst in nieuws. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.